Contact - 020 682 35 15
Email - info@college-sutherland.nl

Osteopathische geneeskunde

Pantha Rhei

People jumpingHet basisprincipe van alle manuele geneeskunde is dat ziekte / dysfunctie zich uit in een bewegingsverandering in het lichaam en via het bewegingsherstel ook positief te beïnvloeden is.

“Panta Rhei” alles wat leeft stroomt, een gedachte van Heraclites van Efese (540 – 480 v. Chr.).

Heraclitus’ gedachte “Panta Rhei” werd voor het eerst vermeld in de dialogen van Plato (de filosofie van Heraclitus is enkel gekend door citaten van latere auteurs). Later voegde men er “kai ouden menei” (en niets blijft) aan toe. Men illustreert dit door te stellen dat je nooit twee keer in dezelfde rivier kunt stappen, omdat de tweede keer dat je erin stapt, je, door de stroming, in ander water gestapt zult zijn dan de eerste keer.

Alles veranderd, alles vernieuwd, óók in het menselijk lichaam. Om dit levensprincipe optimaal door te kunnen voeren is een optimale bewegingsvrijheid nodig. Binnenin het menselijk lichaam vinden we deze bewegingsvrijheid in alle gewrichten, maar tevens in alle organen, alle vloeistoffen, ja zelfs alle cellen. Wanneer deze bewegingsvrijheid ergens belemmerd wordt, dan is de vernieuwing niet optimaal en ontstaat er een basis voor inferieur weefsel. Dit inferieure weefsel kan zelf weer de basis vormen voor infecties, ziekten of degeneraties.

De oorzaken van de belemmeringen zijn legio: traumata, ontstekingen, houding, voeding, operaties, etc. Veelal zijn deze belemmeringen ook langere tijd sluimerend aanwezig, voordat er symptomen optreden. De spreekwoordelijke druppel laat vervolgens meestal het vat overlopen en er ontstaan klachten. Osteopathie kijkt anders en kijkt verder naar de oorsprong van klachten.

Alle structuren bewegen

De osteopathie kent verschillende aspecten in diagnostiek en behandeling:

  1. het pariëtaal aspect: het bewegingsapparaat, gevormd door botten, spieren, pezen, gewrichten, wervels, etc.
  2. het visceraal aspect: de inwendige organen met hun bloedvaten, lymfevaten en besturende zenuwen.
  3. het craniosacraal aspect: de schedel en de wervelkolom met daarin het hersenvocht, de vliezen en het zenuwstelsel.

Human skull model,isolatedDe beweeglijkheid van de schedel vormt een apart onderdeel binnen de osteopathie. Het zenuwstelsel, de hersenen, het limbische systeem (emotionele centrum) en alle schakelstations, hebben ook een bepaalde graad van bewegingsvrijheid nodig om optimaal te kunnen functioneren. De schedel laat deze bewegingen toe door middel van maleabiliteit (vervormbaarheid, o.a. suturen) onder invloed van drukverschillen. Elke fixatie in de schedel, door welke oorzaak dan ook (val, geboorte, gebitsproblematiek, oorontsteking, etc.) leidt tot functieverlies deze maleabiliteit. De schedel mag echter niet los gezien worden van de rest van het lichaam.

Ook de inwendige organen worden op hun verfijnde beweeglijkheid onderzocht. Gedetailleerde kennis van anatomie, embryologie en fysiologie vormen de basis voor het onderzoek en de behandeling van de viscera. Via de fasciën (buikvlies, vliezen rondom spieren, etc.) heeft een veranderde beweeglijkheid van de viscera invloed op het bewegingsapparaat en de schedel, maar ook vice versa.

De osteopaat richt zich op alle drie genoemde aspecten: pariëtaal, visceraal en craniaal. De harmonie tussen deze systemen is van vitaal belang, waardoor de zelfregulatie (vrije stroming) van het totale organisme behouden blijft (mobiliteit voorkomt ziekte). Bewegingsvermindering in één van deze aspecten kan daardoor steeds de andere aspecten beïnvloeden.