Contact - 020 682 35 15
Email - info@college-sutherland.nl

Manuele geneeskunde

Uitgeloot-geneeskunde3VERSCHILLEN MET ANDERE MANUELE BEHANDELWIJZEN

Osteopathie heeft als hoofdkenmerk een integrale benadering van het lichaam. Klachten en symptomen worden in samenhang in het gehele lichaam gezien. Het systeemdenken in ketens is in de osteopathie primair, de lokale klachten en symptomen worden in een dieper verband met elkaar gezien. Uitgaande van dit concept wordt op basis van ervaring en door middel van testonderzoek de verbanden bij het betreffende individu onderzocht. Het model van de osteopathie geeft aan dat de eerste klachten en symptomen die een gezond persoon krijgt aanvankelijk óf alleen lokaal óf een uitdrukking van een probleem elders in het lichaam kunnen zijn. In een volgend stadium veroorzaakt een lokaal klachtenbeeld, door de inwendige samenhang van het lichaam, mogelijk ook klachten in verder afgelegen gebieden: het zelf herstellend vermogen is dan niet meer in staat het lichaam in evenwicht te houden. In principe kan dit, volgens vaststaande natuurlijke systemen of ketens, overal in het lichaam zijn. Door een sterke anatomische en fysiologische kennis kent de osteopaat de systeemlogica van het lichaam.

Vaak komen patiënten niet in het allereerste stadium naar de osteopaat. Veelal zijn er al meerdere basale verstoringen van waaruit zich het totale klachtenbeeld zich ontplooid heeft. Patiënten presenteren dan een complex klachten- en symptoombeeld wat op basis van de kennis van de osteopaat via anamnese en (test)onderzoek is terug te leiden is tot de oorspronkelijke dysfuncties.

Fysiotherapie

Overeenkomsten:

  • de fysiotherapie is evenals de osteopathie voor een groot deel een manueel vak

Verschillen:

  • in de fysiotherapie is het systeemdenken veel minder ontwikkeld
  • geen totaalbenadering, fysiotherapie werkt alleen op het gebied van het bewegingsapparaat, het gebied van de viscera en het cranium worden niet meegenomen in het denken , onderzoeken en behandelen
  • fysiotherapie werkt met fysische therapie.

Manuele therapie

Overeenkomsten:

  • evenals de osteopathie uitsluitend manuele behandeltechnieken
  • ook een accent op neurogene en vasculaire component

Verschillen:

  • Geen totaalbenadering, manuele therapie behandelt alleen de wervelkolom, de extremiteiten en het temperomandibulaire gewricht

Manuele geneeskunde

Overeenkomsten:

  • groot accent op manuele diagnose en behandeling

Verschillen:

  • eclectische technieken, geen algemeen model behalve de biomechanica.
  • Geen totaalbenadering, niet werkzaam op de beweeglijkheid van de viscera en het cranium

Orthomanuele geneeskunde

Overeenkomsten:

  • in de orthomanuele geneeskunde staat evenals in de osteopathie de ketenbenadering boven de lokale benadering.
  • Viscerale klachten worden ook in orthomanuele geneeskunde behandeld, echter in de orthomanuele geneeskunde is dit een meer perifeer onderwerp. Verschil is dat klachten niet primair vanuit de viscera maar alleen secundair vanuit de wervelkolom behandeld worden.

Verschillen:

  • osteopathische technieken zijn veelal gericht op bewegingsbeperkingen terwijl de behandeling van de orthomanuele geneeskunde zich direct richt op standsafwijkingen van de gewrichten.
  • Orthomanuele geneeskunde kent een beperkt arsenaal aan craniale technieken.
  • Primair viscerale technieken komen in de orthomanuele geneeskunde niet voor

Chiropraxie

Vergelijkbaar met de Orthomanuele geneeskunde. De Chiropractor gebruikt vaker een grotere hefboom bij manipulaties

Overeenkomsten:

  • groot accent op manuele diagnose en behandeling

Verschillen:

  • biomechanisch model met het accent op neurogene verklaringsmodellen, terwijl de Osteopathie zich vooral richt op de vasculaire aspecten van het weefsel.
  • Geen totaalbenadering, niet werkzaam op de beweeglijkheid van de viscera en het cranium